Partneralimentatie: de 5 meest gestelde vragen en antwoorden

Aan mijn mediationtafel is het onderwerp ‘partneralimentatie’ meestal een gevoelig en ook moeilijk onderwerp. Je wilt als ex-partners namelijk uit elkaar en dus ook ‘los zijn’ van elkaar. Maar partneralimentatie houdt dan nog een financieel lijntje tussen elkaar in stand. En dat zorgt voor frictie.

Ik heb gemerkt dat het voor ex-partners helpt om meer informatie te hebben over hoe het nu wettelijk gezien zit met partneralimentatie. De 5 meest gestelde vragen zijn:Is partneralimentatie een verplichting? Wanneer heb je er recht op? Hoe lang? Hoe hoog is dan het partneralimentatiebedrag? Hoe zit het fiscaal?

1. Is partneralimentatie verplicht?

In de wet staat dat echtgenoten tijdens het huwelijk verplicht zijn om in elkaars onderhoud te voorzien. Die onderhoudsverplichting blijft ook na het huwelijk bestaan. Dus het antwoord luidt: ja, maar alleen voor gehuwde stellen of geregistreerd partners die gaan scheiden.

Voor niet-gehuwde stellen, de samenwoners, geldt géén partneralimentatieverplichting, tenzij dit in het samenlevingscontract is opgenomen. Zonder deze contractuele afspraak is er dus geen verplichting om elkaar partneralimentatie te betalen.

Overigens is de partneralimentatieverplichting geen dwingende verplichting, hetgeen betekent dat je als ex-partners vrij bent om met elkaar af te spreken dat er geen partneralimentatie aan elkaar wordt betaald. Deze contractvrijheid geldt bijvoorbeeld niet voor kinderalimentatie. Voorwaarde is natuurlijk wel dat beide ex-partners het hiermee eens zijn.

2. Wanneer heb je recht op partneralimentatie?

In mijn mediationpraktijk zie ik in 9 van de 10 scheidingen toch nog het klassieke rollenpatroon: de man heeft een hoger inkomen dan de vrouw, waarbij de vrouw haar ‘carrière’ op een lager pitje heeft gezet op het moment dat er kinderen kwamen.

In die situatie heeft de vrouw in beginsel dus recht op partneralimentatie van de man. Met andere woorden: in beginsel heeft de ex-partner met het laagste inkomen recht op een onderhoudsbijdrage van de andere ex-partner met het hogere inkomen.

In de praktijk hoor je de man dan het argument gebruiken: ‘Maar ze kan na de scheiding toch weer meer gaan werken?’. Anno 2018 wordt van de vrouw inderdaad meer verwacht dat ze eerder weer in staat zal zijn om helemaal zelf in haar levensonderhoud te kunnen voorzien dan 20 jaar geleden. Maar uit de rechtspraak volgt ook dat de vrouw wel een redelijke periode moet worden gegeven om haar eigen inkomen weer op te kunnen bouwen. Er dient dan partneralimentatie te worden betaald gedurende een zekere overbruggingsperiode.

3. Hoe lang moet er partneralimentatie worden betaald?

De tendens die ik zojuist noemde, dat vrouwen eerder geacht worden financieel onafhankelijk te zijn van hun ex-partners, is ook terug te zien in het nieuwe wetsvoorstel waarin de duur van de partneralimentatieverplichting wordt terug gebracht van maximaal 12 jaar naar in beginsel 5 jaar.

Nu geldt dus nog een maximale partneralimentatieverplichting van 12 jaar na de scheidingsdatum. Dat is alleen anders indien er geen minderjarige kinderen zijn en het huwelijk korter dan 5 jaar heeft geduurd. Dan is de maximale duur van de partneralimentatieverplichting net zo lang als het huwelijk heeft geduurd.

Onder de nieuwe wet (die nog niet definitief is) zal de hoofdregel dus zijn dat de partneralimentatieverplichting nog maar maximaal 5 jaar duurt na de scheidingsdatum, ongeacht de duur van het huwelijk. Een uitzondering hierop is indien er jonge kinderen zijn. In dat geval kan de partneralimentatieverplichting langer dan maximaal 5 jaar duren, maar uiterlijk totdat het jongste kind 12 jaar is.

Overigens geldt ook hier dat je met elkaar een andere maximale duur kunt afspreken. In veel gevallen is dat een kortere duur, maar je mag ook een langere duur afspreken.

De partneralimentatieverplichting eindigt sowieso wanneer de vrouw met een nieuwe partner gaat samenwonen of trouwen.

4. Hoe bereken je de hoogte van het partneralimentatiebedrag?

Daarvoor worden twee criteria gehanteerd: behoefte en draagkracht. Hierbij hanteer ik  voor het (schrijvers)gemak het uitgangspunt dat de vrouw recht heeft op door de man te betalen partneralimentatie.

  • Behoefte: Wat heeft de vrouw nodig?

Deze behoefte wordt vastgesteld aan de hand van het verleden en de toekomst. Er wordt gekeken naar wat het welvaartsniveau was van de vrouw ten tijde van het huwelijk met de man (het verleden) en naar haar uitgaven ná de scheiding (toekomst).

Een formule die hiervoor wel wordt gebruikt is de volgende:

Behoefte = 60% van het netto besteedbaar gezinsinkomen tijdens huwelijk minus de kosten van de kinderen

Voorbeeld: Tijdens het huwelijk hadden man en vrouw samen een netto inkomen van € 4.000 per maand. De kosten van hun twee kinderen bedragen € 800 per maand. De behoefte van de vrouw is dan: (60% van € 4.000) – € 800 = € 1.600.

Deze formule is overigens enkel een grove richtlijn. De behoefte zal in de meeste gevallen meer exact moeten worden vastgesteld door het maken van een zogenaamd behoeftelijstje, een overzicht van alle kosten en uitgaven die de vrouw na de scheiding verwacht te zullen hebben.

Hierbij wordt ook gekeken naar wat de vrouw zelf aan eigen inkomen heeft.

Dus stel dat de behoefte € 1.600 netto per maand is en de vrouw heeft een eigen inkomen van € 900 netto per maand. Dan blijft voor het bepalen van het partneralimentatiebedrag een behoefte van € 700 netto per maand over.

  • Draagkracht: Wat kan de man betalen?

De behoefte van de vrouw vormt een soort bovenlat. Dit is dus tevens ook het maximale partneralimentatiebedrag. Maar daarvoor moet vervolgens berekend worden of de man dit bedrag überhaupt kan betalen. Met andere woorden: Wat is de draagkracht van de man?

De draagkracht wordt berekend door van het netto besteedbaar inkomen van de man zijn vaste lasten af te trekken. Voor zijn primaire onderhoudskosten (eten/drinken, gas, water, licht, auto, verzekeringen, internet, telefoon) wordt een vast bedrag gelijk aan de bijstandsnorm (2018: € 992) gehanteerd. Daar komen dan nog een aantal andere vaste lasten bij, waaronder zijn werkelijke woonlasten, premie zorgverzekering en aflossing van schulden die tijdens het huwelijk zijn gemaakt.

Van het bedrag dat van zijn netto inkomen na aftrek van de vaste lasten overblijft , wordt de man geacht 60% aan te kunnen wenden voor partneralimentatie. Daarvan gaat dan eerst nog het eventuele kinderalimentatiebedrag af.

Voorbeeld: Indien de man een netto inkomen heeft van € 3.500 per maand en zijn vaste lasten zijn € 2.000 per maand, dan is zijn draagkrachtruimte € 1.500.

Hij wordt geacht 60% van € 1.500 = € 900 per maand aan partneralimentatie te kunnen betalen. Indien de man ook nog kinderalimentatie dient te betalen van bv € 300 per maand, dan blijft er € 600 over voor partneralimentatie.

Terug naar het eerste voorbeeld: Indien de vrouw behoefte heeft aan een bijdrage van   € 1.600 en de man heeft een draagkracht van € 600, dan zal het partneralimentatie-bedrag € 600 zijn. Het laagste bedrag telt dus.

5. Hoe zit het fiscaal?

Het door de man te betalen partneralimentatiebedrag is voor hem fiscaal aftrekbaar. Voor de vrouw, althans voor degene die de partneralimentatie ontvangt, is het partneralimentatiebedrag fiscaal belast. Er moest dus inkomstenbelasting over worden betaald.

Daarom is het belangrijk dat er een bruto partneralimentatiebedrag wordt afgesproken.

In ons voorbeeld is de € 600 een netto bedrag. Dat moet dus worden gebruteerd. Afhankelijk van de hoogte van het inkomen van de man zal het bruto bedrag ergens tussen de € 1.000 en € 1.200 per maand liggen.

Tip voor de alimentatiebetaler is om een voorlopige aanslag inkomstenbelasting aan te vragen, zodat de teruggave van de aftrekbare partneralimentatie maandelijks wordt ontvangen.

Tot slot

Er valt natuurlijk nog heel veel meer te zeggen over partneralimentatie. Zoals dat het mogelijk is om partneralimentatie af te kopen door in één keer een som geld te betalen aan de alimentatiegerechtigde in plaats van een maandelijkse uitkering. En dat het ook heel belangrijk is om goede afspraken te maken over toekomstige wijzigingen in de financiële situatie: hoe ga je om met de afspraak over partneralimentatie als de vrouw zelf meer gaat verdienen of als de man meer of minder gaat verdienen? Maar dit zijn allemaal onderwerpen voor een volgende blog.

Uiteraard kun je ook contact met mij opnemen indien je nog meer vragen hebt over dit onderwerp in jouw specifieke geval.

Neem contact op